Schrijven op B1-niveau. Binnen de communicatiewereld kun je er niet omheen (en dat moet je ook niet willen). Het betekent dat je teksten zo schrijft dat ze voor de meeste mensen goed te begrijpen zijn. Ook voor mensen die de taal niet helemaal beheersen. Maar waar komt dat ‘B1’ vandaan? En hoe weet je of een tekst daaraan voldoet?
Categorie archieven: Strategie en advies
Ken je dat? Je zit in de trein en je scrolt wat door Insta. Je oog valt op een video die er visueel hartstikke leuk uitziet. Je wil graag weten waar het filmpje nou precies over gaat, maar je bent je koptelefoon vergeten en in de trein is zoveel herrie dat goed luisteren niet gaat. (En eh, hardop afspelen is natuurlijk ook wel een béétje aso…) Volgende keer beter, je laat de video aan je voorbijgaan en vergeet het.
Studenten binnenhalen voor een nieuwe opleiding, scholieren werven voor een bijbaan in de buurt, jonge mensen informeren over het belang van vaccinaties. Wat je doel ook is, met ‘jongeren’ als doelgroep moet je toch echt een tandje bijsteken in je communicatie.
Een voice-over of ondertiteling onder een video? Niet alleen handig of ‘leuk’, maar voor sommige mensen echt een must. Stel je maar eens voor: je bent kleurenblind en de animatie die je kijkt, is een onbegrijpelijke zee van grijs. Of je bent slechthorend en bent aangewezen op tekstuele uitleg. Als er niet aan jou is…